Netneutraliteit cruciaal voor connected cars
Er zijn twee trends die los van elkaar bediscussieerd worden, maar die erg veel met elkaar te maken hebben: netneutraliteit en connected cars. Over de eerste is veel discussie, over de tweede dromen we vooral: wat zou er allemaal kunnen met een auto die volledig verbonden is met internet?
Uiteraard cars onder de grotere noemer Internet of Things. En dan is de link met netneutraliteit al duidelijker. Netneutraliteit wordt een interessant criterium als je kijkt naar de ontwikkeling van connected cars. Het is immers het principe dat internet service provider (ISP’s) alle internetdata gelijkwaardig moeten behandelen. Er mag geen onderscheid zijn in gebruikers, content, sites, platform of applicatie. Hoe zouden connected cars werken zonder netneutraliteit?
Om die vraag te beantwoorden, moeten we eerst terug naar het begin van het internet. Sindsdien is het uiteraard gigantisch gegroeid en heeft een overweldigende hoeveelheid mensen toegang tot het net. Iets wat zonder netneutraliteit lang niet zo’n vaart had gelopen. Websites van kleine zelfstandigen zitten nu op hetzelfde niveau als multinationals. Zonder netneutraliteit kunnen die grote jongens met een zak geld ervoor zorgen dat hun verkeer sneller verloopt dan dat van andere bedrijven. Een aardig verdienmodel voor ISP’s, waarbij ze voort kunnen bestaan zonder te investeren in hun netwerken. Gewoon de een wat meer prioriteit geven dan de ander. Gelukkig gaat het gelijkwaardiger.
Dankzij de discussie is de term netneutraliteit bekender geworden, maar veel mensen associëren het met diensten als Netflix en andere media-consumptie. Het is echter veel meer dan dat, zeker als we auto’s onder het Internet of Things laten vallen.
Stel je voor, binnenkort rijd je in een volledig internetverbonden auto. Hij stelt zelf alternatieve routes voor, waarschuwt voor flitsers, vindt een parkeerplek, streamt elke muziek die je maar wilt en herkent je stem en reageert daarop. Heel fraai. Maar zonder netneutraliteit kan dit wel eens helemaal fout gaan. En dan is een liedje met storing het minste waar je je zorgen om maakt. Zonder netneutraliteit zou automerk X kunnen betalen om zijn internetverkeer prioriteit te geven ten opzichte van automerk Z.
Stel dat we in het ergste geval een internet krijgen met meerdere lagen, waarbij ISP’s een basisfee rekenen en de content providers pluspakketten in rekening brengen als je extra snelle datalevering wilt. Dat betekent dat bedrijven die dat niet doen langzamere verbindingen krijgen. Of misschien met wachttijden te maken krijgen. ‘Een ogenblikje alstublieft, er zijn nog dertien datapakketten die meer wilden betalen voor u.’ De auto’s kunnen simpelweg niet efficiënt meer communiceren. Je kunt deze gedachtegang nog verder doorvoeren naar noodgevallen. Veel auto’s zullen straks nooddiensten kunnen inschakelen bij een ongeluk. Dan wil je niet in de wachtrij staan. Ambulances zullen ook gebruikmaken van verbindingen om de status van een patiënt alvast door te geven aan het ziekenhuis. Wat als een provider hiervan niet het hoogste tarief kan of wil betalen?
Dit zijn uiteraard extreme voorbeelden, maar ze geven wel de waarde aan van netneutraliteit nu het Internet of Things, inclusief connected cars, groeit. Vrijheid en gelijkheid in het offline leven moet ook online gelden. Netneutraliteit speelt daar een belangrijke rol in.